Havercysteaaltje

De aantasting door het havercysteaaltje komt vooral voor in haver, zomertarwe en maïs. Wintertarwe en rogge zijn minder gevoelig. Ook grassoorten zijn waardplant voor het aaltje. Gevoelige gewassen worden pleksgewijs aangetast. Aantasting door het havercysteaaltje is te herkennen aan pleksgewijs achterblijven van groei, een steile stand van het blad en roodkleuring van de bladpunten. Aangetaste planten hebben een bossig en knoestig wortelstelsel.

Op de wortels van aangetaste planten worden cysten gevormd. Vanaf half juni zijn de cysten als grote bolletjes op de wortels van aangetaste planten te zien. De cysten blijven in de grond achter en kunnen in een volgende teelt een gevoelig gewas opnieuw besmetten. Op een perceel met aantasting door het havercysteaaltje is het verstandig om te kiezen voor teelten van niet vatbare gewassen zoals aardappelen en suikerbieten.

Bron: wiki.groenkennisnet.nl 

Schade per gewas