Vrijlevende wortelaaltjebij Aardappelen

Schade

Van de vrijlevende wortelaaltjes zijn voor de aardappel voornamelijk de Trichodorus- en Paratrichodorus-soorten van belang. Ze komen veel voor op lichtere gronden en kunnen daar zeer schadelijk zijn. Trichodorus primitivus komt ook op wat zwaardere zavelgronden, tot circa 25% afslibbaar voor. Beide groepen aaltjes tasten de wortels en ondergrondse stengeldelen aan.

Door het vormen van zijwortels krijgt het wortelstelsel een bossig aanzien. Naast deze directe schade kunnen vrijlevende aaltjes ook het tabaksratelvirus overbrengen. Dit virus veroorzaakt afhankelijk van het aardappelras stengelbont in het loof en/of kringerigheid in de knollen. Vrijlevende wortelaaltjes hebben 3 tot 4 cycli per jaar. Een cyclus duurt 7 tot 8 weken. Per cyclus gaat het om 40 eitjes.

Schade op de wortel/kiem ontstaat door het krom groeien van kiemen of door verdikkingen in de kiemen. De kiem kan verkurking vertonen. Daarmee is deze aantasting makkelijk te verwarren met Rhizoctonia. Soms komen ze allebei voor.

Paratrichodorus teres is de meest mobiele soort en komt vooral voor op mariene zandgrond zoals in de Noordoostpolder en de Wieringermeer. Trichodorus primitivus is minder mobiel en houdt van lichte zavelgrond in Zeeland, en het Lauwersmeergebied. Trichodoride-aaltjes houden van vochtige omstandigheden. Ze veroorzaken vooral problemen rond de opkomst van veel gewassen. De kans op schade is groter in een koud en nat voorjaar.

Bestrijding

  • Bouwplan
    Het bouwplan biedt weinig mogelijkheden om vrijlevende aaltjes te onderdrukken. Wel is de keuze van de groenbemester van grote invloed. Bladrammenas heeft de voorkeur, vanwege de slechte vermeerdering van het aaltje en het tabaksratelvirus op dit gewas. Schade is verder te beperken door een grondontsmetting met fumigantia.
     
  • Granulaten
    Het gebruik van granulaten is een effectieve manier om opbrengstschade tegen te gaan. U remt de schadelijke aaltjes en bevordert daarmee de beginontwikkeling van de aardappelplanten. Zo legt u de basis voor een goede opbrengst. Ook beperkt u met granulaten de overdracht van kringerigheid. Dit effect is het grootst bij korte teelten zoals pootgoed. Bij gebruik van het middel Vydate® 10G, vermindert daarnaast ook schade door aardappelcyste-, wortelknobbel- en wortellesieaaltjes.